Prinsjesdag 2025: stilstand in campagnetijd, wat dit betekent voor een meer werkend Nederland

Prinsjesdag 2025 leverde vooral een begroting in campagnetijd op, de koopkrachtplaatjes, incidentele regelingen en helaas ook stilstand. Voor een demissionair kabinet is dat begrijpelijk, echter de ongemakkelijke waarheid is dat Nederland hiermee opnieuw geen structurele keuzes maakt om ons land daadwerkelijk meer werkend te maken. Want beheer is geen beleid. In dit commentaar zetten we een aantal feiten op een rij, kijken we naar de effecten voor bevolking en bedrijven én leggen we bloot waar de echte keuzes blijven liggen.

Een aantal cijfers achter de miljoenennota

De miljoenennota 2026 presenteert een tekort van 2,9% bbp en een overheidsschuld van 47,8% bbp. Formeel blijven we in Nederland daarmee keurig binnen de Europese begrotingsregels. De totale uitgaven lopen echter verder op zeker richting €486,3 miljard. Het CPB voorziet een economische groei van 1,6% in 2025 en 1,4% in 2026. Dat is ruim te mager om de structurele lasten van vergrijzing, zorgkosten en transities te dragen.

Koopkrachtplaatjes laten gemiddeld een lichte plus zien, met gepensioneerden als opvallende winnaar. Maar deze marginale correcties verhullen dat de verdiencapaciteit van Nederland nauwelijks toeneemt. En dat baart zorgen.

Arbeid en belasting

Het kabinet profileert zich met de boodschap dat ‘werken moet lonen’. En dat is een terecht en gedateerd mantra van elk kabinet. Het is lastig om het daarmee oneens te zijn. De eerste belastingschijf daalt naar 35,06% en de arbeidskorting gaat omhoog. Tegelijk wordt de zelfstandigenaftrek verder verlaagd naar €1.200 in 2026. Het effect is dat werkenden in loondienst er iets op vooruitgaan, terwijl zelfstandigen steeds minder fiscaal voordeel ervaren. Netto zal dit de arbeidsparticipatie slechts marginaal versterken.

Ondertussen blijven fundamentele prikkels scheef. De hoge marginale druk voor extra uren werk, het complexe toeslagenstelsel en de voortdurende onzekerheid rond de zzp-wetgeving (DBA, VBAR) blijven als een rem op arbeidsaanbod functioneren.

Verdienvermogen en bedrijven

Op het vlak van ondernemers en productiviteit kiest dit kabinet wat werkend2040 betreft voor lapwerk. Er komt verlenging van de lagere brandstofaccijns, een beperkte stroomkostencompensatie en extra innovatiegeld. Tegelijkertijd zien we signalen van hogere lasten en strengere voorwaarden, bijvoorbeeld rond kennismigratie. VNO-NCW en MKB-Nederland signaleren een sterk verslechterd ondernemersvertrouwen: bijna 90% van de ondernemers heeft weinig vertrouwen in de voorspelbaarheid en stabiliteit van beleid. De Raad van State wijst opnieuw op de disbalans. We hebben in Nederland te veel consumptieve uitgaven te weinig publieke investeringen in infrastructuur, digitalisering en kennis. Juist die zijn nodig om productiviteit en verdienvermogen structureel te verhogen.

Politieke en maatschappelijke duiding

De grote kranten vatten Prinsjesdag samen in één woord: stilstand. Trouw sprak van een begroting zonder echte besluiten, het FD legde de nadruk op de uitgavenstijging en NRC wijst op het gebrek aan koers. De boodschap van de Raad van State is glashelder: schuif niet langer door, maar maak keuzes die het fundament van onze economie versterken. De waarheid is allesbehalve aangenaam. Een demissionair kabinet maakt geen keuzes en partijen hebben inmiddels electorale belangen. Het gevolg is dat Nederland wéér een jaar verliest in de noodzakelijke transitie naar een productieve, werkende economie.

Werkend2040 en 6 noodzakelijke keuzes voor een nieuw kabinet

Los van de samenstelling van een nieuw kabinet stellen we dat er minimaal 6 harde en onvermijdelijke keuzes gemaakt moeten worden.

    1. Het arbeidsaanbod verhogen door toeslagen en belastingen te hervormen, zodat extra uren lonen.
    2. Kinderopvang en onderwijs zien als productiviteitsinfrastructuur in plaats van als kostenpost.
    3. Eén helder juridisch kader voor werken als zzp of werknemer, met echte handhaving.
    4. Gerichte kennismigratie toestaan voor cruciale sectoren, gecombineerd met betere diploma-erkenning en huisvesting.
    5. Regeldruk en doorlooptijden halveren; voorspelbaarheid als kernvoorwaarde voor investeringen.
    6. Een begrotingsmix die consumptieuitgaven afbouwt en publieke investeringen opschaalt.

    Tenslotte

    Deze Prinsjesdag toont opnieuw de paradox van Nederland: een solide begrotingsplaatje dat het systeem in stand houdt zonder een gezonde agenda die ons land meer werkend maakt. Politiek loont korte-termijn koopkracht en de pittige structurele keuzes over arbeid, scholing, migratie en productiviteit blijven uit.

    Beheer is geen beleid. Wie Nederland echt werkend wil maken, moet voorbij de verkiezingsretoriek en de koopkrachtplaatjes kijken. Het vraagt om moed, voorspelbaarheid en investeringen in ons verdienvermogen. Zolang die keuzes niet gemaakt worden, blijft Prinsjesdag vooral het ritueel van stagnatie.

    Geschreven door Herman Rijksen

Sluit je direct aan en Maak Nederland Meer Werkend.​

Lees verder