Politieke verlamming als nationale conditie
Nederlandse lijstrekkers hebben zichzelf natuurlijk klem weten te zetten. Enerzijds door uitsluiting, anderzijds door alles sympathiek open te laten. Iedereen wil vooruit, echter zonder radicaal te bewegen. De gemeenteraads- en ook de provinciale statenverkiezingen komen er nog aan. De kabinetsformatie van 2025 lijkt te preluderen op een traag proces van mitsen, maren en krokodillentranen. Tenzij het de NS-topman, in zijn rol als verkenner, wel lukt wat hem niet lukte bij de NS; beweging, voortgang en progressie. De politieke versplintering is niet alleen een parlementair probleem, het is ook een nationale een mentale conditie geworden.
Een land dat telt, maar niet rekent
Hoewel de kiezer heeft gesproken, is luisteren naar wat deze uitslag echt betekent niet eenvoudig. Rechts van het midden zwaait met cijfers, links met principes. In het midden probeert D66 nog een brug te slaan tussen redelijkheid en realiteit. Maar zonder bestuurlijke moed blijft het centrum vol intenties echter zonder richting en daadkracht.
De som der zetels mag dan kloppen, of het er nu 75 of 76 zijn, de som der verantwoordelijkheden allerminst. Het resultaat is een politiek systeem dat wiskundig klopt maar maatschappelijk faalt.
Het centrum is de enige plek waar nog bestuur mogelijk is hoewel het politieke midden is uitgehold. De combinatie VVD, D66, CDA, PvdA/GroenLinks zou een realistische combinatie kunnen vormen. Niet omdat ze elkaar vertrouwen, maar omdat ze elkaar nodig hebben. De logica van macht is inmiddels vervangen door de logica van angst. Angst voor achterban, peilingen en verlies van gezag. Misschien is er een stille hoop dat generatiegenoten inzien dat samenwerking noodzakelijk is. Een stabiel middenkabinet als route naar bestuurlijke continuïteit.
De tijd dringt, ook zonder kabinet
Werkend2040, de beweging die Nederland ‘meer werkend’ wil maken, vraagt politiek lef. Zij geeft geen politiek advies, maar verlangt bestuurlijke discipline met verstand.
De arbeidsmarkt tikt door of er nu een kabinet zit of niet. Volgens het CBS telde Nederland in 2023 ruim 1,4 miljoen vacatures. Voor 2025 wordt nog een lichte stijging verwacht. De beroepsbevolking groeit tot 9,8 miljoen mensen, maar daarna stokt de instroom. Het CPB voorziet een oplopende werkloosheid van 5,3% tegen 2030, terwijl de productiviteitsgroei afzwakt naar 1,2% per jaar. Het gevolg is structurele krapte. Niet tijdelijk dus maar permanent.
De arbeidsmarkt kraakt aan alle kanten. Demografie, technologie en regelgeving. Elke maand formatietijd is een verloren kwartaal aan beleidsuitvoering. In die tijd verliezen we in Nederland; houvast, structuur, ritme, positie of vertrouwen.
Falende frames en realisme
De formatie wordt nu nog steeds gezien als ideologisch conflict, terwijl de echte breuklijn vooral praktisch is. Wie neemt de verantwoordelijkheid en wie kijkt toe. We hebben geen debat meer nodig over ‘links of ‘rechts’, maar over werkend maken of stagnatie. De uitdagingen van nu zijn adaptief om in de terminologie van Heifetz te spreken. Ze vereisen gedragsverandering, i.c.m. beleidswijziging. Werkend2040 legt de bestuurlijke lat waar hij hoort; bij de uitvoerbaarheid van visie. Elementen zoals duurzame inzetbaarheid, scholing en productiviteit staan niet los van elkaar, maar vormen een toekomstbestendige economie. Hierbij zijn drie trends onontkoombaar:
– Demografie: De beroepsbevolking krimpt structureel na 2025.
– Technologie: In 2030 is nog maar één derde van het werk hoofdzakelijk mensenwerk.
– Productiviteit: Groei komt niet meer uit arbeid, maar uit kennis en innovatie.
Tijd om in actie te komen
Partijen moeten doen waarvoor ze bestemd zijn. Dat vereist bestuurlijke volwassenheid en de bereidheid om niet langer alleen te praten over verandering, maar om die door te voeren. De kabinetsformatie van 2025 is een urgente en existentiële test. De wereld digitaliseert, Musk krijgt een biljoen, de bevolking vergrijst, arbeid verandert en de generatie die het moet opleveren is compact in aantal. Nederland heeft helemaal geen tekort aan talent of een teveel aan deeltijdprinsesjes, maar wel een tekort aan richting. Werkend2040 stelt daarom de vraag die de formatie ontwijkt: “Hebben we nog de moed om te doen wat nodig is, of blijven we onderhandelen over wat mogelijk lijkt?”
Herman Rijksen, namens Werkend2040 -november 2025
Bronnen (selectie)
- BNNVARA (2025)
- Montesquieu Instituut (2025)
- VRT NWS (2025)
- CBS Dashboard Arbeidsmarkt (2025)
- CPB Prognoses (2024–2030)
- SEO Economisch Onderzoek (2024)